Twee jonge gasten uit de Pijp wilden een jeu de boulesbaan
Nieuws
De centrale stad faciliteert de buurtbudgetten, maar elk stadsdeel kan bepalen hoe het het geld besteedt, zegt Erik Schmit, D66-stadsdeelraadslid en ‘aanjager’ van de buurtbudgetten namens D66. ‘Het gaat om best veel geld. En het mooie aan het buurtbudget is dat ondernemers en bewoners zelf kunnen meebepalen wat er met het budget gebeurt. Zo hebben ze directe zeggenschap over hun leefomgeving. Als de haalbaarheid getoetst is, kan de heel buurt erover stemmen. De plannen met de meeste stemmen komen aan bod, tot het budget op is.’
Schmit noemt het voorbeeld van de Rijnstraat, vorig jaar één van de winnende projecten. Door die te vergroenen en meer plek te creëren om te verblijven, moest dat een aantrekkelijkere winkelstraat worden. ‘Het vergroenen en verbeteren wás al een wens binnen het stadsdeel, maar de buurtbudgetten versnelden dat proces. De winst is dat je automatisch een sterke achterban creëert, waardoor zo’n project automatisch op draagvlak kan rekenen. Bovendien: het initiatief voor het project in de Rijnstraat kwam van zowel bewoners als ondernemers.’
Gelijke kansen
De buurtbudgetten worden eigenlijk door het hele stadsdeel omarmd. Wel is binnen de deelraad enige twist over de verdeling van het budget. De PvdA en GroenLinks hebben een voorkeur voor een variant waarbij 200.000 euro ge-oormerkt wordt voor twee specifieke wijken. Andere partijen, waaronder D66, zien liever een vrije besteding, waarbij Oud-Zuid, Buitenveldert-Zuidas en De Pijp-Rivierenbuurt ieder 166.667 euro naar eigen inzicht kunnen besteden, legt Schmit uit. ‘Ikzelf zou graag iedereen een gelijke kans geven om een plan in te dienen – jong en oud, ondernemers en bewoners.’
Dat armoedeproblematiek en de gezondheid aan bod moeten komen, daar mag wat Schmit betreft geen twijfel over bestaan. ‘Maar daar hebben we juist beleidsprogramma’s voor. Dat moet je niet proberen aan te pakken met een buurtbudget.’ Een derde optie die de centrale stad heeft meegegeven is om een deel van het budget aan een organisatie te geven. Ook van dat idee is Schmit niet erg gecharmeerd. De kogel is nog niet door de kerk, de komende commissievergaderingen zal het thema weer aan de orde komen.
Samenwerking en ontmoeting
Het is volgens Schmit belangrijk dat iedereen toegang heeft om met een plan op de proppen te komen. Daarom pleit hij er vanaf het begin voor om plannen ook online in te kunnen dienen. ‘Een ondernemer die hard aan het werk is moet niet per se naar een buurtavond hoeven komen. Zorg dat het toegankelijk wordt voor iedereen, online, offline, in het Nederlands en in het Engels. Maak het zo laagdrempelig mogelijk. En misschien kan MKB-Amsterdam kijken hoe ondernemers ondersteund kunnen worden bij hun aanvraag.’
Ook ondernemersverenigingen en winkelstraatmanagers kunnen helpen met het indienen van plannen, zegt Schmit. ‘Je doet zoiets namens een hele buurt. Dus als je het via een ondernemersvereniging organiseert is dat fantastisch: dan doe je het automatisch voor de hele winkelstraat.’ Het kan tot mooie vormen van samenwerking leiden. ‘Twee jonge gasten uit de Pijp wilden een jeu de boulesbaan, met het idee dat het een ontmoetingsplek zou worden tussen jong, oud, nationaal en international en ondernemers. Ze zijn daarmee naar cafés in de buurt gegaan en daar liggen nu de boules-ballen achter de bar.’